Dikwijls lees je in de krant een bericht waar je van denkt: “Wat moet ik hier nu weer mee? Hier hangt een luchtje aan!” Zo las ik onlangs in een landelijk dagblad dat onderzoek heeft uitgewezen dat heren gemiddeld 6 minuten per dag langer in het kleinste kamertje verblijven dan vrouwen. De reden is dat mannen ‘op de plee’ er dikwijls de huis-aan-huiskrant doornemen of een (auto)boekje lezen. Of zou het kunnen zijn dat een vent de drukte thuis even wil ontvluchten? Het kan dienen als heiligdom: de enige plaats om even rustig alleen te zijn; de mogelijkheid om even geheel zichzelf te zijn; om je gedachten op een rij te zetten.
In vele Nederlandse toiletten hangt een verjaardagskalender. Meestal kom je er dagelijks en zo vergeet je niet de geboortedag van je dierbaren. Verder vinden we er meestal een toiletborstel en -rolhouder en een spuitbus om een aangename lucht te krijgen, een fonteintje, natuurlijk een spiegel, handdoeken en in sommige kleinste kamertjes: (kunst)bloemen. Wat een luxe zullen onze voorouders zeggen als ze dit nog konden zien.
Dat was vroeger wel anders. Op het platteland bevond zich het huussie achter het huis – soms boven de sloot of beerput – en om daar te verblijven was niet zo’n lolletje: op die houten zitting en in de kou en zonder licht. En een deur die te kort was en met een hartje erin. Zo kon er door dat hartje wat meer licht binnendringen, en bovendien konden anderen zien of de buitenplee misschien al bezet was.
Een cabaretier had er een act over: “Aan de broek op de schoenen kon je zien wie er op zat!” En het ‘afveegpapier’ bestond uit flarden papier/krantenstroken opgehangen aan een touwtje. Waarschijnlijk hadden veel mensen bij het uitbreken van de coronapandemie deze visioenen in beeld door toiletpapier te gaan hamsteren. Als de ton goed gevuld was werd deze geleegd en in de tuin gekieperd. In de stad kwam een man die deze tonnen leegde. Om in de nacht niet naar buiten te hoeven gebruikte men naast de bedstee een po/‘nachtspiegel’ of ondersteek.
In Nederland kon je in het huussie nog zitten maar in Frankrijk had je van die gaten in de grond waar je gehurkt boven moest hangen met alle gevolgen van dien. Ook kwam het voor dat je dan 4 naast elkaar ruggelings op een rij ‘zat’. Ik zal u de rest besparen.
De oudste toiletten of latrines met een rioleringssysteem stammen uit de Romeinse tijd. Men kende de gemakstoel of kakstoel. Dat waren gewoon stoelen met een gat erin waaronder een emmer werd geplaatst. Deze stoel werd niet alleen in de slaapkamer maar ook in de woonkamer gezet. Blijkbaar was er minder behoefte aan afzondering dan tegenwoordig. Met de komst van de elektronica zijn nieuwe ontwikkelingen in de ‘toiletindustrie’ op te merken.