Gevonden voorwerpen

Gevonden voorwerpen

De leeftijd van onze dorpen roept iedere keer weer discussie op. Dat is wel begrijpelijk, want het hangt er maar vanaf welke definitie je hanteert. Kijk nou bijvoorbeeld naar Vroomshoop. We gebruiken daar het jaartal 1859 als de geboortedatum van het dorp. Maar dat jaartal was gekoppeld aan het eeuwfeest van het dorp in 1959, omdat dat feest toevallig in dat jaar werd gevierd. Want wat maakt een jaartje meer of minder nu uit op de eeuwigheid, nietwaar. Begrijpelijker was geweest dat gekozen was voor het jaartal 1855 of 1856, toen de beide kanalen bevaarbaar werden. Ook is bekend dat in 1853 zich hier de eerste bewoners vestigden, een zekere Derk Schouten en zijn vrouw Antonia Bakker, beiden uit Zwolle. Dus dat had ook het startjaar kunnen zijn.

Dan is er een kaart uit 1743 (in het Rijksarchief in Zwolle), waarop de naam ‘Bromenshoop’ staat te lezen. Vroomshoop dus. We zijn nu zomaar een eeuw verder in de tijd. Maar we zijn er nog niet. Want in de Handelingen van de Algemene Synode van de Nederlands Hervormde Kerk uit 1865 kunnen we lezen dat er toestemming gevraagd werd een kerk op te richten in Vroomshoop, ‘op de zandbelt die al sedert drie eeuwen die naam droeg’. En dan zitten we terugrekenend in het midden van de 16e eeuw. Oftewel: Vroomshoop is al zo’n 450 jaar oud.

Dan Den Ham. Het brinkdorp is veel ouder dan Vroomshoop. We beginnen bescheiden. Dit jaar wordt gevierd dat de gemeente Den Ham 200 jaar had kunnen bestaan. Onder andere onze Oudheidkundige Vereniging werkt aan de voorbereidingen daarvan mee. De eerste raadsvergaderingen werden namelijk gehouden in 1818. Alle reden voor een feestelijke terugblik dit jaar.

Maar in 1811 was er ook al even de gemeente den Ham, als een afsplitsing van het ‘Schoutambt Ommen en den Ham’. En we lezen ook dat de oudste vermelding van “de prochye (parochie) van den Hame” dateert van 1333. Maar we gaan nog verder terug in de tijd want het oudst bekende schriftelijke stuk waarin Den Ham wordt genoemd vermeldt het jaartal 1321. Met andere woorden: over drie jaar bestaat Den Ham al 700 jaar. Een krasse grijsaard dus.

En nu meldt zich Harry Kok uit Vroomshoop, die op de ijsbaan in Den Ham naar munten aan het zoeken was en tot zijn grote verrassing een halve munt vond, een zogenaamde Denier, een zilveren penning uit de tijd van Koenraad II (toen koning van Duitsland en keizer van het Heilige Roomse Rijk), en geslagen in Deventer tussen 1027 en 1039. Het zou kunnen betekenen dat er toen al sprake van menselijke activiteit in Den Ham was, en dat Den Ham dus liefst drie eeuwen ouder is dan tot nu toe gedacht. Duizend jaar Den Ham. Nog maar een paar jaar te gaan….

Halve muntjes kwamen in die tijd veel voor. Want als de tegenpartij of verkoper geen wisselgeld had werd de munt doormidden geknipt. Veel geld was er toen immers niet in omloop. Het gevaar bestond echter wél dat je de doodstraf kreeg als je overheidsgeld kapot knipte. Die wet bleef nog tot circa 1600 van kracht.

Vaardigheden

Gepubliceerd op

29/06/2018