De kanalen (3)

De kanalen (3)

We hebben al een paar keer de kanalen besproken. Maar er valt nog veel meer over te vertellen. Eerst even terug naar de basis: waarom moesten die kanalen zo nodig gegraven worden? Het oorspronkelijke doel was de Twentse (textiel)industrie te ontsluiten, en te zorgen voor betere verbindings(vaar)wegen met West-Nederland. Die ontsluiting (met uitzondering van de Almelose industrie) heeft echter nooit plaatsgevonden, omdat het tracé Almelo-Dinkel vanwege financiële problemen werd geschrapt. De kanalen in onze omgeving kregen daardoor de eerste tientallen jaren vooral de functie van afvoerkanaal van de turf uit de veengebieden.

De komst van de kanalen leidde niet direct tot grote bedrijvigheid of de aanleg van industrieterreinen. Wel werd bij Lemele(rveld) een steenfabriek gebouwd. Een interessante plek, omdat daar het kanaal uit Deventer en het kanaal tussen Almelo en Zwolle hier samenvloeiden: het zogenaamde Punt van Samenkomst. In Vroomshoop bestond (en bestaat) het Punt van Separatie. Daar zit blijkbaar de gedachte achter dat de kanalen zich daar juist splitsten richting Almelo, Zwolle en Coevorden.

Tussen Vroomshoop en Daarlerveen kwamen aan de Kalkwijk enkele kalkovens. Daar werden schelpen, afkomstig uit vooral West-Nederland, verwerkt tot gebluste kalk, die daarna gebruikt werd voor de bemesting van het land, en ook voor versteviging van de specie in de bouw. Ook ontstonden er op diverse plaatsen turfstrooiselfabrieken, bijvoorbeeld Terwindt en Arntz bij  Westerhaar.

Met name in Almelo verrees een groot aantal pakhuizen voor de opslag van turfstrooisel en kleding, vanwege de opkomende textielindustrie in die stad. Dat was overigens ook het geval in Vriezenveen, waar Jansen & Tilanus een grote textielfabriek bouwde.  Een kleine nevenvestiging daarvan stond in Vroomshoop aan de Hoofdstraat. En in Vroomshoop ontstond ook nog een haven, waar voornamelijk turf werd aangevoerd. De haven is allang gedempt, alleen de naam Havenstraat herinnert nog aan de oude bestemming.

De mate waarin de Overijsselse kanalen hebben geleid tot grote bedrijvigheid was uiteindelijk niet bijster opzienbarend, behalve dan wellicht in Almelo. Voor Vroomshoop en Westerhaar-Vriezenveensewijk geldt ze vooral hun ontstaan en bestaan eraan te danken hebben.

De komst van de spoorwegen in 1906, een halve eeuw later dan het ontstaan van de kanalen, maakte de kanalen minder belangrijk. De Fortwijk en de Kalkwijk werden wegen, en grote delen van het kanaal Zwolle-Vroomshoop waren niet meer bevaarbaar, nadat het in 1964 aan de scheepvaart werd onttrokken. Vaste oeververbindingen in Vroomshoop (de kleine Puntbrug, de spoorbrug en de weg naar De Sluis) maken dat onmogelijk. Ook verderop zijn er vele obstakels. Toch jammer. Het kanaaldorp Vroomshoop zou een stuk fraaier zijn, en zijn naam meer eer aan doen, als ook het ‘Zwolse kanaal’ nog bevaarbaar was. Zijn er nog veenarbeiders die om werk verlegen zitten? Misschien kunnen ze kanalengraver worden en het kanaal opnieuw bevaarbaar maken. Maar het zal nog wel even duren voordat die vacatures ontstaan, vrees ik.

Vaardigheden

Gepubliceerd op

15/02/2020