05 – Esweg

Naast het dorp Den Ham kende de gemeente drie buurtschappen (markes), te weten Meer, Linde en Magele. De laatste is de buurtschap waar dit paneel is geplaatst.

Elke marke (een boerengemeenschap) bezat een eigen reglement. De geschiedenis van iedere marke is weer te vinden in de zogenaamde markeboeken. Het uitgestrekte grondgebied van de markes was gemeenschappelijk bezit. Rond 1800 werd er steeds meer gepleit voor verdeling van de gronden teneinde een intensiever gebruik te realiseren.

Er was weinig oog voor de functie van de heidevelden in de toenmalige landbouwpraktijk van de boeren. De boeren gebruikten de woeste gronden om vee te weiden, turf te steken, plaggen te steken voor bemesting van hun akkers en soms een klein stukje land om te ontginnen. De gezeten boeren die rechten of waardedelen bezaten in de marken wilden door stijging van grond- en pachtprijzen een verdeling in gang zetten, waarbij de rechteloze keuterboeren buiten de boot vielen. Veel woeste gronden gingen hierdoor over in private handen.

Vooral door verbetering van de waterhuishouding konden gronden veel productiever worden gemaakt. Grootschalige ontginningen waren echter pas mogelijk na de komst van de kunstmest na 1890. In de tweede helft van de vorige eeuw vond op de es een grootschalige ruilverkaveling plaats. De kleine stukjes land werden herverdeeld om een efficiënter gebruik mogelijk te maken met de landbouwmachines die steeds meer het boerenbedrijf bepaalden.

Al in de 17e eeuw, dus ruim voor de opheffing en verdeling van de marke, gingen regelmatig stukjes markegrond over in particuliere handen als beloning voor geleverde diensten. Diverse keuterboeren, boeren zonder vaste rechten in de marke, vonden op de vroegere gemeenschappelijke grond een plekje voor een woning en bedrijfje. Zo ontstond buiten het kerkdorp een verspreide bebouwing zoals hier in Magele, aan de rand van de Mageleres.

Op de es bevindt zich een Joodse begraafplaats uit 1840, de oudste van de twee Joodse begraafplaatsen die Den Ham rijk is. Joodse begraafplaatsen bevinden zich meestal buiten de bebouwde kom. Volgens de Joodse wetten is een lijk onrein, en hoort daarom niet thuis in een dorp. Joodse begraafplaatsen zijn zeer oud, omdat ze eeuwig zijn, dus niet geruimd mogen worden.

De begraafplaats is een driehoekig terrein, de grafstenen zijn niet meer herkenbaar, waarschijnlijk door vernielingen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Duitsers hadden hier in de laatste oorlogsjaren een luisterpost met zend- en ontvangstmast geïnstalleerd in een keet op de begraafplaats.

De burgerlijke gemeente heeft het onderhoud van de begraafplaats in 1952 overgenomen, het was inmiddels een verwilderde met meidoorn en klimop overwoekerde plek geworden met een vervallen ijzeren omheining.
In 1960 plaatste het Nederlands Israëlisch Kerkgenootschap een gedenksteen. Onder de woorden “Joodse Begraafplaats” staat de afkorting van vijf Hebreeuwse woorden met de betekenis “Moge hun ziel gebonden zijn in de bundel des levens”.

Een bank geeft, als de mais tenminste niet in de weg staat, een ultiem gezicht op het dorp Den Ham met een subliem uitzicht op de wijde omgeving. We stellen u voor: rust een weinig en geniet van deze unieke plek en het uitzicht.